Woon-werkverkeer telt mee bij bepaling grotendeelscriterium

Om een beroep te doen op de zelfstandigenaftrek, waarbij er een vast bedrag van de winst mag worden afgetrokken, gelden er een aantal voorwaarden. In de eerste plaats is er het urencriterium. Dit wil zeggen dat een ondernemer minstens 1225 uur per jaar aan zijn onderneming dient te besteden. Deze drempel van 1225 uur geldt ook voor ondernemers die werkzaam zijn in een vof of een maatschap. Per vennoot of maat moet er dan 1225 uur in het bedrijf worden gestoken.

Als een ondernemer ook werkzaam is in loondienst geldt er bovendien een grotendeelscriterium. Dat wil zeggen dat de tijd die wordt besteed aan de onderneming meer dan 50% moet bedragen van de totale tijd die wordt besteed aan de onderneming plus de tijd die wordt besteed aan de activiteiten in loondienst.

Rechtspraak en discussie over het grotendeelscriterium

Een recente uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant toont het een en ander aan (ECLI:NL:RBZWB:2022:3912). Bij deze zaak had een vrouw samen met haar partner een vof. Daarnaast genoot ze loon uit een dienstverband. Er werd een beroep gedaan op de zelfstandigenaftrek, maar dit werd door de inspecteur afgewezen. In de bezwaarfase heeft de vrouw echter een urenregistratie voorgelegd waaruit zou moeten blijken dat ze 1241,5 uur had besteed aan haar werkzaamheden voor de vof en 1159,50 uur aan haar werkzaamheden in loondienst. Dit laatste was exclusief de reistijd inzake woon-werkverkeer die elke dag 1 uur en 10 minuten in beslag nam.

Volgens de vrouw haar urenregistratie heeft ze dus 1241,5 uur besteed aan haar ondernemerswerkzaamheden ten opzichte van een totale tijd van 2401 uur. Dit komt neer op 51,7%. Tegelijkertijd is er volgens haar ook voldaan aan het urencriterium, want daarvoor dient ze meer dan 1225 uur aan haar onderneming te hebben besteed. De rechter oordeelde echter anders.

Woon-werkverkeer en het grotendeelscriterium

Volgens de rechter dient er niet alleen rekening te worden gehouden met de uren die ze presteerde in loondienst, maar ook met het woon-werkverkeer. Deze uren worden volgens de rechter namelijk gebruikt ten behoeve van de werkzaamheden in loondienst, anders kan men deze werkzaamheden niet uitvoeren. En daarom maken ze er ook deel van uit.

Doordat de vrouw 182 dagen naar haar werk in loondienst is gereisd en dit gemiddeld 1 uur en 10 minuten in beslag neemt, komt het totaal aantal uren in loondienst volgens de rechter neer op 1371 uren. Hierdoor zou het totaal aantal ondernemersuren nog slechts 47,5% bedragen. Er is met andere woorden niet aan het grotendeelscriterium voldaan, waardoor de vrouw geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek.

Uren schrijven is belangrijk

Deze uitspraak bewijst hoe belangrijk het is om voldoende uren te kunnen bewijzen. Verder heeft de rechter duidelijk gemaakt dat ook het woon-werkverkeer onder de uren in loondienst vallen. Dit heeft invloed op het aantal ondernemersuren die moeten worden aangetoond. Het is erg belangrijk om alle gepresteerde uren goed te noteren en om niet alleen aan te tonen dat er aan het urencriterium van 1225 uur is voldaan. Maak gebruik van goede urenregistratiesoftware om alle gepresteerde uren nauwgezet aan te tonen.